Museum De Voorde onderzoekt al vele jaren hoe je publiek bij je museum kunt betrekken. Het museum, het voormalige Stadsmuseum Zoetermeer, verhuisde een paar jaar geleden van een historische villa naar een modern onderkomen in het stadshart, naast het stadhuis. Een voorde is een doorwaadbare plaats, een plek waar je een rivier kunt oversteken, en op de website van het museum is te lezen dat zij zich bezighouden met de ‘verschillen en overeenkomsten tussen mensen’. ‘We houden bezoekers een spiegel voor en dagen ze uit om te reflecteren en de dialoog aan te gaan met anderen. Dat leidt tot herkenning, erkenning en een meer begripvolle samenleving’. Hoe gaat het museum daarbij te werk? We vroegen het conservator Marjonne Kube-van Dijk.

Input bij exposities

Participatie is een rode draad in het museum, zo blijkt uit de voorbeelden die Kube-van Dijk aanhaalt. Zo werden bij de tentoonstelling ‘Dit zijn wij!’, over zes verschillende generaties, klankbordgroepen van verschillende leeftijden ingezet. Er werd een avond gepland waarbij aan elke groep gevraagd werd welke verhalen uit hun generatie beslist verteld moesten worden. Aan het einde van de avond mochten de groepen de resultaten aan elkaar presenteren. Deelnemers werden gevonden via oproepen in de lokale media maar ook via het eigen netwerk. ‘Mijn moeder, een tachtiger, heeft toen ook meegedaan’, vertelt Kube-van Dijk. ‘We hebben ook collega-organisaties, zoals de bibliotheek, gevraagd of zij mensen wisten. Op basis van die klankbordgroepen is de expositie verder ontwikkeld.’

 

“We houden bezoekers een spiegel voor en dagen ze uit om te reflecteren en de dialoog aan te gaan met anderen. Dat leidt tot herkenning, erkenning en een meer begripvolle samenleving.”

 

Zoetermeerse helden en lokale kunstenaars

Een ander voorbeeld is de expositie Stoere helden tijdens Corona. Zoetermeerders konden mensen nomineren die iets bijzonders hadden betekend. Dat leidde tot nominaties voor een plaatselijke longarts, maar ook van mensen die een boodschappendienst hadden opgericht of die zich hadden ingezet voor ouderen of eenzame mensen tijdens de pandemie. Elke held of heldin werd gekoppeld aan een lokale kunstenaar die voor de persoon in kwestie een kunstwerk maakte. Ook was er een ‘corona-canvas’, waar Zoetermeerders creatieve uitingen die ze tijdens de lockdown hadden gemaakt konden ophangen. ‘Toen kwamen er mensen naar het museum die er nog nooit geweest waren, bijvoorbeeld omdat ze naar het schilderij van hun buurvrouw kwamen kijken’.

 

Een klein kindje schrijft iets op een zuil met een zwarte stift. Een vrouw kijkt toe

Tentoonstelling ‘STOER’ in Museum de Voorde

 

Actief museumbezoek

Je kunt bezoekers ook betrekken in het museum. Op dit moment (november 2021) is de familietentoonstelling STOER te bekijken, waarbij je als bezoekers actief kunt deelnemen. Door je mening te geven, bijvoorbeeld door stickers te plakken bij stellingen, maar ook door dingen te doen. Er is er een motorfiets neergezet waar bezoekers op mogen gaan zitten voor een selfie en er is een catwalk aangelegd waar je kunt proberen hoe het is om op stilettohakken te lopen. Kube-van Dijk: ‘Wij vinden het belangrijk dat een museum leuk is. En door vragen te stellen aan bezoekers zien we dat mensen met elkaar in gesprek gaan en dat is ons doel. Als museum vinden wij het belangrijker om vragen te stellen, dan om antwoorden te geven. Dat zit in ons DNA’. Ook voor STOER is input van buiten gevraagd. ‘We hebben bijvoorbeeld het plaatselijke filmhuis om advies gevraagd over stoere filmklassiekers. We werken ook met stagairs, door jonge mensen erbij te betrekken kun je veel leren, zij kijken toch weer anders naar allerlei zaken.’

 

“Ga in gesprek met je bezoekers. Dat je mensen van buiten betrekt bij je museum betekent niet dat je hoeft los te laten wie je bent, als museum moet je jezelf steeds opnieuw uitvinden.”

 

Publieksbereik

Het betrekken van inwoners is overigens niet per se de sleutel tot succes als het gaat om publieksbereik. Voor het project Give & Take, dat draaide om participatief verzamelen, werden inwoners van Zoetermeer gevraagd een voorwerp aan het museum te doneren dat voor hen Zoetermeer symboliseerde. In ruil daarvoor kregen ze een fles champagne of designwater cadeau. Het project leverde zeer veel aandacht in de media op en was een waardevolle manier om in contact te komen met inwoners. Het was echter niet zo dat de expositie die op basis hiervan is gemaakt massaal publiek trok. Het bleek in de praktijk met name interessant voor de participanten en hun familie. Het grote publiek komt vooral af op thema’s die hen aanspreken, aldus Kube-van Dijk.

 

Tentoonstelling ‘STOER’ in Museum de Voorde

 

In gesprek

Welke tips heeft De Voorde voor collega-organisaties die hun publiek meer willen betrekken? Waar begin je? Kube-van Dijk: ‘Ga in gesprek met je bezoekers. Vraag welke verhalen er nog missen in het museum of in de oudheidkamer, welke thema’s mensen interessant vinden en ga daar eens mee verder. Dat je mensen van buiten betrekt bij je museum betekent niet dat je hoeft los te laten wie je bent, als museum moet je jezelf steeds opnieuw uitvinden.’

Heeft De Voorde zelf nog wensen voor de toekomst op dat vlak? Jazeker. De ontstaansgeschiedenis van het toenmalige Stadsmuseum was nauw verbonden met het Historisch Genootschap Oud Soetermeer. Op een gegeven moment zijn de organisaties ‘ontkoppeld’, waarbij het Genootschap het archief heeft behouden en het museum de objecten in haar collectie heeft opgenomen. ‘We willen in de toekomst graag meer doen met deze historische collectie.’ Ook dit is onderdeel van het proces om jezelf opnieuw uit te vinden, aldus Kube-van Dijk. ‘Het gaat erom welke rol je als museum wil spelen in je omgeving. Hoe je dat voor jouw museum invult is een zoektocht.